Y’skid: “Hiphop is voor mij progressief; ik kijk altijd naar the next thing.”
Marco Martens (tekst) | Owen van Zeelst (beeld)
De spotlights zoekt hij zelden op, maar op regelmatige basis laat hij zijn werk voor hem spreken. De afgelopen jaren werkte hij bijvoorbeeld als dj en producer voor Fresku en Extince, maakte hij muziek voor een voorstelling van The Ruggeds en produceerde hij voor opdrachtgevers als Cinekid, Lebara en de Dutch Design Week. Productieve tijden voor Y’skid, kunnen we stellen. Een mooie aanleiding om eens te polsen hoe het met hem is.
“Je hoeft niet meer naar dikke studio’s, je kunt alles in je laptopje doen. Dat is het enige wat er in mijn leven is veranderd.”
“Ik denk dat het goed gaat,” lacht Y’skid, al twee decennia lang een van de drijvende krachten uit de Eindhovense hiphopscene. “Voor mij is het leven zoals het altijd al was. Het enige verschil is: ik word er rijkelijker voor beloond. Wat eigenlijk gek is, want voor mijn gevoel doe ik niks anders dan toen ik achttien was. Of ja, er is wel een verschil: de techniek en de middelen. Je hoeft niet meer naar dikke studio’s, je kunt alles in je laptopje doen. Dat is het enige wat er in mijn leven is veranderd.” Lacht: “Of misschien gaat het helemaal niet goed, maar ik ken gewoon niet anders.” Over zijn ambitie is hij dan ook helder: “Mijn vriendin is fotograaf en er zijn altijd dingen die ze wil bereiken in het leven. Speerpunten. Een keer voor dít magazine schieten, of dát bereiken. Ik zou ervoor tekenen als het altijd zo kon zijn zoals het nu is. Ik ga naar mijn studio wanneer ik daar zin in heb. Ik maak dingen waar ik zin in heb en that’s it, meer wil ik niet.”
Y’skid identificeert zichzelf dan ook meer met jazzmuzikanten dan met popartiesten: “In de jazzwereld gaat het niet om populariteit, maar om goed zijn in je instrument. Het draait om de vrijheid, de passie, de creativiteit. Een echte goede jazzmuzikant staat nog steeds op een klein podium en geeft nog steeds die solo. En de ander staat daar nog steeds van te genieten. Die heeft niet het ego om zijn saxofoon er doorheen te blazen als iemand anders een solo geeft. Ik wil daar ook zijn. Ik ben niet zo virtuoos, maar ik geniet altijd al van het beatmaken.”
Een compliment van een collega-muzikant doet hem dan ook meer dan een grote zaal met mensen die uit hun dak gaan: “INT was mijn sparringpartner in het begin. Hij is iets ouder dan ik en ik kende zijn muziek al van Deadly Maniacs. Dat gevoel dat hij het dan tof vindt is heel klein en heel lokaal, maar het is hetzelfde gevoel als wat ik later had toen ik met Extince ging samenwerken. Dat ik mijn beats aan J Dilla kon laten horen en hij zei: ‘Wow, dit is best goed.’ That’s it, man. Meer hoeft het niet te zijn.”
Zelfs geen samenwerking, legt hij uit: “Das EFX kwam een keertje na een show aan me vragen van wie de beats waren die ze hadden gehoord. Ze waren doorverwezen en kwamen bij mij uit. Ze wilden met me samenwerken. Dat is uiteindelijk nooit gebeurd. Hetzelfde verhaal met Onyx, hetzelfde verhaal met Homeboy Sandman. Amerikaanse rappers die uit eigen initiatief naar me toe kwamen vanwege mijn muziek. En dat de samenwerking er nooit is gekomen, vind ik niet erg. Sterker nog: als ik met hen zou samenwerken kan het alleen maar tegenvallen want in mijn hoofd is het allang vet dat zij met mij zouden willen werken. Dat mensen waar jij ook naar luistert zeggen: ‘Hey, dit is vet man.’ Dat is genoeg. Daar kan ik heel lang op teren.”
Toch stond hij met o.a. Fresku en Extince op grote podia: “Ik ben overal gewoon ingerold, op wat ik doe. Ik ben niet met ze in aanraking gekomen omdat ik de hype of the day was. Wat daar vervolgens uitkomt, is alleen maar bonus. Het is een bevestiging, maar daar draait het niet om. Tuurlijk vind ik het leuk om op Lowlands gestaan te hebben voor een volle zaal, maar ze kwamen niet voor mij. Ik vind het eigenlijk veel vetter om backstage met die artiesten over muziek te lullen. Het is een bevestiging van je product, maar niet van je passie. Bij de massa draait het niet om die passie. Daar draait het om marketing en de hype of the day. Het is fijn als je Pietje kunt bereiken die overdag aan auto’s sleutelt, gewoon de radio aan heeft staan, niet diep gaat qua muziek maar het gewoon fijn vindt; het is mooi meegenomen als je die mensen bereikt maar daar gaat het niet om. Wanneer Pietje een compliment krijgt van een Formule 1-monteur omdat hij iets mooi gelast heeft, zal hij daar ook meer waarde aan hechten dan een compliment van een goede klant in zijn garage.”
“Ik houd van 90’s hiphop maar ik heb echt geen behoefte aan nog meer 90’s hiphop.”
Op de valreep van 2019 dropte Y’skid een lading beats op Soundcloud: Unreleased Instrumental Rough Beats from the Vault for Potential Rap Bangers pt. 1 en Dusty Beats | Found back on DAT or CASSETTE. Dat spul moest eruit: “Ik heb duizenden dingetjes in mijn archief liggen. Ik grijp er wel eens naar wanneer ik muziek in opdracht maak, maar dit soort beats wordt outdated. Hoe langer het op de plank ligt.. het is 2020 man. Ik houd van 90’s hiphop maar ik heb echt geen behoefte aan nog meer 90’s hiphop. Er is al zoveel en mensen blijven het maar maken. Het probleem is dat veel mensen die die 90’s ook echt hebben meegemaakt, blijven hangen in die tijd. Die blijven dertig jaar later zweren bij hun oude apparatuur. Voor mij is hiphop een progressief iets: altijd kijken what the next thing is. Als 90’s je smaak is, cool. Maar ga op z’n minst mee met de techniek van nu. Als ik bijvoorbeeld naar een plaat van Action Bronson of Joey Bada$$ luister, knalt dat 12 miljoen keer zo hard als die gare 90’s beats van toen. Qua sound en techniek moet je met de tijd meekomen. Als we allemaal conservatief hiphop zouden blijven denken moet je ook niet met een snelstart in je draaitafel gaan lopen scratchen, dan moet je het gewoon echt met een platenspeler doen. Het blijven hangen in de 90’s ben ik beu. Niet qua feel, maar wel het conservatieve. Hiphop moet vooruit.”
Zodoende ziet hij er ook geen meerwaarde in met dit materiaal een samenwerking op te zoeken: “Bij veel beats die ik in dat archief heb liggen denk ik: ja, dan komt er weer een rapper die heel erg 90’s daar mee om zal gaan; laat maar dan. Maar het is ook zonde om het weg te gooien. En dit waren nog maar dertig beats van de duizenden. Misschien moet ik gewoon alle sporen en files, alles wat ik heb, als het echt mooi geweest is, als kunstproject op een server zetten. Dat de wereld er maar mee kan doen wat ie wil. Maar dat gaat ook weer te ver. Maar het is wel vet.” Of één ruimte vol koptelefoons, waar mensen door de mapjes kunnen klikken? Hij grijnst weer: “Dat is nog beter. Dan kunnen ze het niet opfokken.”
“Maar mensen komen niet van hun slaapkamer. Ze kunnen gewoon gratis beats downloaden van iemand uit Peru. Of jatten.”
Over hiphop en vooruitgang gesproken, hoe staat het met jong talent in Eindhoven? “Er zijn wel jongens die ik goed vind rappen of die hele toffe beats maken, maar ze moeten elkaar nog zien te vinden. Er is momenteel geen totaalproduct dat je zo in de markt kunt schoppen. Dat mis ik in Eindhoven wel een beetje, denk ik, behalve natuurlijk the usual suspects. Als je naar zo’n beatbattle gaat kijken, The Perfect Beat Challenge bijvoorbeeld, zitten daar twintig mensen met hun eigen apparatuur en die maken daar in een uur, met dezelfde sounds, insane shit. Daar zit talent, jongen; absurd. Selim uit Helmond, bijvoorbeeld. Of laatst een ventje van elf. Ik had op mijn achttiende moeite om zover te komen als hij nu is, zo muzikaal. En dan denk ik: waar zijn nu die rappers? Ik snap daar helemaal niks van. Als rappen mijn passie was geweest, dan stond ik bij die beatbattles of op z’n minst bij de uitslag te checken wie er hier in de buurt gruwelijke beats maken. Maar mensen komen niet van hun slaapkamer. Ze kunnen gewoon gratis beats downloaden van iemand uit Peru. Of jatten. Ze hechten er minder waarde aan dat het eigen is of dat het sick gemixt wordt.” De technologische ontwikkelingen leiden dan ook niet enkel tot vooruitgang, meent Y’skid: “Als het te makkelijk wordt, worden mensen lui. De essentie van hiphop in de oorsprong is beperking geweest. Juist het niet hebben van, maar wel willen. En daar dan creatief door worden.”
“Voor elke euro die je hebt hoef je geen euro te gaan verdienen en ben je vrij om dingen te doen.”
Je wordt er nu rijkelijker voor beloond dan vroeger. Zit het jou in de weg dat er minder beperking is? “Nee, juist niet. Ik ben niet afhankelijk van subsidies dus ik hoef me niet te verantwoorden. Mijn grootste inkomsten zijn commercieel geld. Geld is vrijheid. Voor elke euro die je hebt hoef je geen euro te gaan verdienen en ben je vrij om dingen te doen. Ik heb het geluk.. afgedwongen… dat ik gevraagd wordt voor wat ik doe en dat ik ook wel nee kan verkopen. Ik ben wel breder muziek gaan maken omdat ik het leuk vind om iets te doen wat ik nog niet gedaan heb, maar als iemand me vraagt om black metal te maken denk ik misschien, weet ik niet, en als ik het leuk vind zou ik het doen. Een keer, om te kijken of ik het kan. Daarin blijf ik dus sowieso creatief. Maar ook omdat ik gevraagd wordt voor wat ik doe, is het voor mij een soort vrij werk. Is dat hiphop? Nee. Maar het blijft beats maken. De kennis komt wel daar vandaan.”