Spoken Word

Jessica Bartels: “Op de bank schrijven is leuk voor jezelf maar op deze manier bouw je aan een community”

Wie door de lege straten van de Eindhovense binnenstad loopt, kon zomaar eens op wat poëzie stuiten. Met krijt werd er werk op de stenen gezet, maar ook op gebouwen en ramen zijn kleine gedichten te vinden. De kersverse stichting Weerwoord jaagt haar publiek aan om eraan mee te doen en erop te reageren. Oud-stadsdichter Jessica Bartels vertelt hoe de poëzie mensen ook tijdens een harde lockdown met elkaar in contact kan brengen.

“Ik merk aan mijn vrienden dat niemand er meer zin in heeft op dit moment”, verzucht Jessica over de aanhoudende pandemie. “Juist in deze Corona-tijd kan woordkunst een mooie manier zijn om nieuwe mensen te leren kennen, of je kunt het als uitlaatklep gebruiken. Op deze manier blijf je creatief bezig en blijf je elkaar spreken.” Ook bij haar leerlingen van Poetry Circle 040 proeft ze de behoefte om iets te doen: “Schrijfopdrachten via Zoom zijn tot daar aan toe, maar je moet ook dingen in real life doen.”

Met Weerwoord-collega’s Carmen Verduyn en Noëmi Hofstede bedacht ze een aantal activiteiten: “Onder de noemer Public Poetry maken we poëzie voor Eindhovenaren die door de stad heen lopen. Dat je een soort van optreedt voor andere mensen, maar dan indirect. Carmen is op dit moment bezig met de Experimental Poetry Slam en we zijn video’s aan het opnemen voor Urbanlab, waarin we online schrijfopdrachten geven. We hebben ook iets gedaan met doorgeefpoëzie: je schrijft twee pagina’s in een boekje en je gooit ‘m weer bij iemand anders in de brievenbus. Op die manier houd je ook contact.”

Het idee van de stichting stamt nog van voor de pandemie: “We hebben het er al een jaar of twee over. We merkten hoe goed Onuitgesproken en Losse Eindjes liepen. Dat zijn natuurlijk podia en daar wilden we graag iets van talentontwikkeling bij doen, naast Poetry Circle 040. Dat traject krijgt de laatste jaren steeds meer auditanten. We vonden het zo shit om al die mensen af te moeten wijzen terwijl ze zo enthousiast zijn. Daar wilden we iets mee. De activiteiten vanuit Weerwoord kun je dan ook zien als een soort opstapje daar naartoe. Iedereen kan meedoen, je hoeft geen ervaring te hebben. Weerwoord is laagdrempelig qua workshops: iedereen kan zich aanmelden en er zijn altijd dingetjes te doen.”

Om mee te doen hoef je niet perse een goede schrijver te zijn, stelt Jessica: “Ik heb vooral door het lesgeven gemerkt hoeveel zelfvertrouwen kan doen voor je. Op persoonlijk vlak kan zoiets je zoveel brengen.” Zo ziet ze bijvoorbeeld dat deelnemers vaak met elkaar in contact blijven: “Op de bank schrijven is leuk voor jezelf maar op deze manier bouw je aan een community en dat miste een paar jaar geleden nog in Eindhoven. In alle grote steden zag je het al, maar hier nog niet. Nu is dat established. Voorheen begonnen we maar niet omdat er geen animo voor was, maar er is juist heel veel animo maar er was nog niks. Wij hebben elkaar leren kennen bij Poetry Circle, maar de jonge garde van 14, 15, 16 is enthousiast geraakt voor het schrijven omdat wij die podia begonnen zijn. Op die manier bouw je aan de toekomst van deze scene.” En die scene maakt stappen, ziet ze: “Ik heb de ingezonden video’s voor de poetry slam bekeken en ik sta versteld af en toe. Mensen die ik twee jaar geleden voor het eerst heb zien optreden en die nu een supergoede video insturen, mensen die vooruitgaan dankzij al die workshops.”

Een van de oud-deelnemers van Poetry Circle 040 is Iris Penning, de huidige stadsdichter van Eindhoven. Afgelopen jaar volgde ze Jessica op in die functie. Zelf kijkt Jessica daar met gemengde gevoelens op terug: “Ik vond dat lastig, ik was niet goed in stadsdichter zijn. Ik houd niet van in de picture staan, ik schrijf het liefst gedichtjes die ik per postduif de wereld in stuur. En ik heb gemerkt dat ik lesgeven veel leuker vind dan optreden. Ik denk dat Iris wat betreft een perfecte stadsdichter is. Zij is sociaal heel handig, ze heeft zakelijk inzicht.” Lacht: “Dat zijn niet mijn kwaliteiten.”

Desondanks koestert ze mooie herinneringen aan haar stadsdichterschap: “Ik heb het wel leuk gevonden, maar het sociale deel was aan mij niet besteed. Het is natuurlijk wel gaaf dat ik een bundel heb uitgebracht en dat er op gebouwen in Eindhoven gedichten van mij staan die er waarschijnlijk nog jaren blijven.” Daarnaast heeft ze ook in deze rol haar eigen ervaringen kunnen overbrengen op anderen: “Mede dankzij Poetry Circle 040 durf ik mezelf nu te laten zien en durf ik schijt te hebben aan iedereen. Dat wil ik zo graag meegeven aan mijn leerlingen. Ik vind het fijn om dat zelfvertrouwen in mensen naar boven te halen. Als stadsdichter werd ik vaker gevraagd door het GGZ of door jeugdzorg en er zijn nog steeds kids die daardoor nog steeds schrijven omdat ze een manier hebben gevonden om emoties te uiten die ze normaal niet kunnen uiten. Dat is wel vet.”

Met haar nieuwe stichting beroept ze graag op de eerder genoemde postduif en zet ze zich buiten de schijnwerpers in voor de poëzie: “Voor mij hoeft dat gezicht er niet perse bij. Ik vind het een vet idee dat je iets achterlaat in de stad en als je een week later terugkomt heeft iemand er een antwoord onder geschreven. Of een leerling van ons heeft iets op een bankje geschreven en die foto’s zie je dan weer op social media verschijnen. Het brengt mensen in contact met elkaar. Je ziet dat mensen die niks met spoken word hebben zo toch mee gaan doen en dat is wel vet. Het was ons grootste doel: poëzie onder de aandacht brengen bij mensen die er niks mee hebben en ik denk dat dat wel goed gelukt is.”

// RELATED //