Beatbox Music

B-Art: “Qua stijl is beatbox wat minder hiphop en wat meer elektronisch geworden”

Afgelopen maand stond hij met zijn compagnon Voxel in de finale van Holland’s Got Talent. Eerder won hij al het NK Beatbox en op het WK in 2018 haalde hij de tweede plaats. Om bij te dragen aan de ontwikkeling van zijn ambacht geeft hij les in Amsterdam en Zwolle. Op termijn hoopt hij in Eindhoven een derde locatie te openen, in samenwerking met EMOVES. De ingrediënten om hier wat moois op te bouwen, zo stelt hij, zijn er immers al.

Dat Rahzel ooit bij The Roots zat, zou je bijna vergeten. Zijn beatbox-act was echter regelmatig op de Nederlandse podia te zien. Desalniettemin is het genre hier nog redelijk underground. Toch hebben we met B-Art een Nederlands afgevaardigde die ons internationaal vertegenwoordigt op dat gebied: “Ik heb Rahzel één keer ontmoet, we hebben samen de Amerikaanse kampioenschappen gejureerd. Daar zat ook die gast van Police Academy, Michael Winslow. Dat vond ik misschien nog wel vetter.”

Waar beatbox ooit werd omarmd als vijfde element in hiphop, lijken die twee intussen wat minder nauw aan elkaar verbonden: “Beatbox komt natuurlijk vanuit de hiphop. Veel scratchen met de mond en het ondersteunen van rap. Beatbox is daar qua stijl een beetje van afgedreven. Het zit nog steeds in de battlescene wat het wel heel erg urban maakt en af en toe wordt het heel mooi gebruikt in combinatie met rap. Dan zit het nog wel bij die hiphoproots, maar qua stijl is beatbox wat minder hiphop en wat meer elektronisch geworden. Beatbox zelf is qua stijl wat meer EDM; future bass; dubstep; trap; drum ’n bass; house; dat soort dingen geworden. Beatboxers wilden graag hun eigen ding doen. Het was meer dan alleen het ondersteunen van een ander genre.”

Voor B-Art begon het twaalf jaar geleden: “Ik zag cabaretiers als Klaas van der Eerden en Najib Amhali, die maakten geluidjes met hun mond. Dat vond ik al heel vet, maar ik wist nog niet echt wat beatbox was. Ik ben op YouTube gaan kijken en daar kwam ik een filmpje tegen van een Japanner. Het was een inzending voor een battle, ik dacht dat dat het enige beatbox was wat er überhaupt op de planeet was. Ik was vijftien; ik heb die video op repeat gezet en heb de hele tijd proberen te doen wat hij deed. Al die klikjes, al die geluiden. Later kwam ik erachter dat er een hele scene was met battles enzo, toen ben ik veel gaan battlen. Ik heb er veel verloren maar ook best wel wat gewonnen. Nu zit ik wat meer op het jureren en lesgeven.”

Inmiddels ziet B-Art zijn genre langzaam aan bekendheid winnen: “Het was extreem underground, ook wat er op het podium te zien was. Het komt uit de battle-scene. Net als bij rap sta je tegenover elkaar. Ik denk dat het daarom voor een bepaald soort mensen is om naar te luisteren. Het is vrij agressief en het is vaak erg technisch: veel patterns, geluiden die moeilijk zijn om te doen en die zijn niet altijd mooi om naar te luisteren. Omdat het daar vandaan komt, heeft het nog niet z’n weg naar de mainstream gevonden. Maar er zijn een aantal mensen die het heel goed doen, die nu wat bekendheid pakken.” Zodoende deed hij samen met Voxel mee aan dit seizoen van Holland’s Got Talent: “Op die manier hopen we, ook met wat covers van bekende nummers, de rest van Nederland bekend te maken met beatboxen.”

Afgelopen maand deed B-Art mee aan Boom Snap Clap in het Rotterdamse Theater Zuidplein: “Je wordt aan een random danser gekoppeld en dan ga je samen een battle doen tegen een andere beatboxer en danser die elkaar ook niet kennen. Dat is allemaal super freestyle eigenlijk. Je moet maar proberen die klik te vinden met je danser. Dat is visueel heel vet om naar te kijken.” In het buitenland worden meer van dit soort evenementen georganiseerd, bijvoorbeeld op het Zwitserse festival Frauenfeld: “Twee jaar geleden deed ik daar mee aan een bandbattle, waarbij je met drie mensen instrumenten mocht spelen en beatboxen. Zo battle je een andere beatboxband. Best wel een vet evenement. Dat zou in Nederland ook kunnen. Er zijn Nederlandse artiesten die best wel goed zijn en die zouden ook makkelijk op Nederlandse festivals weggezet kunnen worden, maar ik denk dat die bekendheid ook niet altijd meehelpt. Als je beatboxt voor een publiek dat het niet kent, valt het al heel snel in de smaak omdat het zo nieuw is in vergelijking met wat ze normaal zien en kennen. Maar aan de andere kant: voor boekers ben je ook onbekender.”

Wat dat betreft kunnen we een voorbeeld nemen aan België: “Ik zie al jaren dat onze zuiderburen het zoveel groter en beter aanpakken dan wij. Als we willen battlen als Nederlanders moeten we vaak al naar België toe. Daar hebben ze veel meer met cultuur en hiphop. Ook in Frankrijk, waar het nog veel groter is, hebben ze een mooie constructie waarbij artiesten verzekerd kunnen zijn van een vast inkomen. Je geeft je op en dan laat je zien dat je een bepaald salaris verdient met de optredens die je doet. Dat kun je vastzetten en als je dan een mindere maand hebt, vult de overheid dat aan zodat je alsnog aan dat bedrag komt. Dat maakt het veiliger voor artiesten om artiest te zijn. Daar zie je dat mensen die stap naar het artiest zijn durven maken, in plaats van veilig een master halen. Die durven wat makkelijker te doen wat ze willen doen. En de hiphopcultuur is er vele maanden groter, in België wordt veel meer georganiseerd.”

Met zijn lespraktijk hoopt B-Art er een bijdrage aan te leveren dat de scene zich in Nederland ook op die wijze organiseert: “Mensen zijn verspreid over het land en komen niet zoveel meer samen. Vijf jaar geleden hadden we nog wel eens een maandelijkse meeting in een park in Utrecht, waar we met een speakertje gingen beatboxen. Dat gebeurt steeds minder.” Zodoende zette B-Art samen met organisaties als Nowhere Amsterdam en Beatbox Zwolle zijn eigen beatboxschool op: “Ik hoop dat mensen op al die plekken bij elkaar kunnen komen. We hebben een groepsapp waarin mensen zelf dingen met elkaar afspreken. Vaak beatboxen mensen een beetje voor zichzelf en weten ze niet dat het iets groters kan zijn. Nu komt de kans om eens te komen kijken in de les en een band met de anderen te creëren. Ik hoop dat ze daarmee doorgaan en elkaar blijven meeten en dat langzaam het niveau stijgt waardoor ze ook naar internationale evenementen gaan om Nederland te vertegenwoordigen. Ik ben lange tijd de enige geweest die dat op sologebied deed. Ik heb altijd de trein of het vliegtuig gepakt om overal te battlen en zo heb ik ervaring opgedaan. Als je die ervaring niet hebt, is het lastig om dat soort battles te winnen. Mensen moeten erop uit om dit soort dingen te doen, en daarom is het belangrijk dat dit ook in Nederland wordt georganiseerd.”

De keuze voor Eindhoven als derde leslocatie lijkt een vruchtbare. Wie naar de ontwikkeling van beatbox in Nederland kijkt, ziet een duidelijke link met Brabant: “Toen ik begon had je Bosschenaar Jarno Ibarra, die mij als teamcaptain bij het Nederlands team heeft gehaald.” Tilburger Monkie won het NK in 2011 en schopte het een jaar later tot de beste acht van de wereld. Daarnaast vond het Nederlands Kampioenschap jarenlang plaats in de Helmondse Cacaofabriek, in samenwerking met Urban Matterz. Maar ook in de huidige generatie is Eindhoven vertegenwoordigd: de vorige week verschenen video Alien van Eindhovenaar Indicator is inmiddels een kleine twee miljoen keer bekeken: “In de groepsapp zitten ook al mensen die nog geen lessen volgen. Ik heb aangegeven dat ik bezig ben met een ruimte in Eindhoven en die sturen me af en toe berichtjes wanneer het komt. Ook Indicator is er graag bij. Er zijn er wel een aantal in het zuiden van het land die het niet redden om naar Zwolle of Amsterdam te komen.” Om als beatboxer in die groepsapp terecht te komen stuur je B-Art een bericht via zijn sociale kanalen en wanneer er lessen gepland zijn hoor je dat uiteraard ook via de kanalen van EMOVES.

// RELATED //